Ik klop op de deur van een steen. ‘Ik ben het, doe open. Ik wil bij jou naar binnen gaan, overal bij je rondkijken, met jou mijn longen vullen.
‘Ga weg,’ zegt de steen. Ik ben hermetisch gesloten. Zelfs aan stukken geslagen zullen we hermetisch gesloten blijven. Zelfs fijngewreven tot zand zullen we niemand binnenlaten.
Vanaf het moment dat ik het gedicht Gesprek met een steen van Wislawa Szymborska (hiernaast de eerste twee strofen) las, was ik erdoor geboeid. Aanvankelijk had het vooral betekenis voor het beeldhouwen: hoe goed kan ik een steen leren kennen, wat staat hij toe, moet de vorm naar binnen gekeerd zijn, of juist niet. Maar ook: hoe kan ik omgaan met de weerstand van steen, de onverwachte breukvlakken, de koppigheid.
‘je komt er niet in,’ zegt de steen ‘je mist het zintuig van de deelname.
Nu ik door omstandigheden minder kan beeldhouwen en de focus heb verlegd naar poëzie en grafiek, blijft het gedicht betekenis houden: hoe maak ik gebruik van meerduidigheid, verbeelding. Maar ook dat je (net) niet precies genoeg kunt zijn, dat je met woorden wel een paleis oproept, maar niet in zijn grote lege zalen kunt rondlopen.
Het gedicht sluit af met: 'ik heb geen deur', zegt de steen. Voor hem lijkt hiermee de kous af, maar voor mij niet. Ik blijf kloppen, fantaseren, spelen, me vermommen als oermoeder, koning, afwasborstel om binnen te komen. Eens zal de steen toegeven dat er wel een deur is of desnoods alleen een raam.
Een beeld dat ik jaren geleden maakte en als mislukt beschouwde, nam ik onlangs onderhanden. Hier the making of… Binnenkort verschijnen meer artikelen over het ontstaan van beelden, collages of de ontwikkeling van gedichten.
Mijn gedicht ‘Of het eten hier lekker is’ was een van de tien genomineerde gedichten voor de Amsterdam UMC Poëzieprijs 2021 en is gepubliceerd in het boek Anatomie van een Patiënt waarin het narratief van de patiënt als uitgangspunt is genomen. De bundel bevat naast
In 2021 bereikte ik voor het derde jaar op rij de top 100 van De Gedichtenwedstrijd (voorheen Turing Gedichtenwedstrijd) met het gedicht Babbelstuk, waarbij ik werd geïnspireerd door het gedicht The Conversations van Les Murray.